Ik vind mezelf echt poepverwend, met mijn weekendhuisje. Ik werk er ook echt wel hard voor hoor, maar echt. Ik keek laatst even mijn twitter-timeline terug en zag daar alleen maar uitzichten. Heel eerlijk gezegd ga ik zo’n weekend ook echt van uitzicht naar uitzicht.
’s Morgens, als ik wakker word, kijk al vanuit mijn bed uit over de uiterwaarden. ’s Nachts is dat overigens ook prachtig met sporadische lichtjes in de verte. Als ik dan de trap af kom, kijk richting de opkomende zon over de boventuin. Dat gaat nog veranderen, want die kant van het huisje zit in het berceau. Dus als alle bomen vol in blad zitten, zal dat uitzicht wat tegen vallen. Als ik op tijd ben, loop ik vervolgens door een compleet stille tuin (want de poort zit nog dicht) naar het kasteel. In het kasteel heb je ook op allerlei plekken prachtige uitzichten. Laatste kwam ik binnen (als eerste) en ik moest naar het toilet. Normaal neem ik dan gewoon het toilet dat het dichtst bij is. Maar opeens besloot ik naar het toilet op de eerste verdieping (NB met de trap twee kasteelhoge verdiepingen op klimmen) te gaan, omdat dat zo’n mooi uitzicht heeft. Dat zit toch een stuk lekkerder. Ook een beetje raar, want het is niet echt zo dat ik nou qua uitzicht echt tekort kom. Bovendien zitten die uitzichten echt overal: op kantoor, in de keuken, vanuit de verschillende kamers in het kasteel.
Als weekendbeheerder leerde ik afgelopen week hoe je de klok op de stallen moet opwinden. Voor het geval dat. Dat op zich vond ik al een ervaring. Want eigenlijk stond je dus min of meer in of tussen de klok en de gewichten kwamen vanuit de nok naar de zoldervloer. Tussen de bedrijven door zei de conservator dat ik ook zeker een keer boven bij de bel moest gaan kijken, want daar had je zo’n waanzinnig uitzicht. Door een toeval ging ik gisteren de klok opwinden. En aangezien ik een ernstig tekort aan uitzichten dacht te hebben, klom ik na het opwinden twee gammele laddertjes op. Beiden waarschijnlijk net zo historisch als de klok. Boven aan het tweede trapje zat een luik. Ik dacht nog “doe dat nou niet, want je krijgt dat luik nooit meer op zijn plek”. Drie maal raden wat ik toch deed.
De weg terug was lastig. Ik moest achterstevoren op het laddertje gaan staan en proberen dat loodzware luik weer op zijn plaats te leggen, terwijl ik langzaam naar beneden ging. Het lastige was dat om het gat een soort hek zat van ongeveer 30 cm hoog. Ik was net te breed om het luik open geschoven op het gat te laten liggen, dus het stond verticaal tegen het hekje. Ik moest dus het momentum zien te vinden om het weer horizontaal op het hekje te krijgen. Beetje onduidelijk verhaal, maar het was te ingewikkeld om er ook nog een foto-die-alles-uitlegt bij te maken.
Enniewee. Ik kwam veilig beneden, het luik zat dicht en de klok was opgewonden. Gelukkig sloeg de klok pas (het luik zit direct onder de bel) toen ik alweer stevig op de zolder stond.