Ik ben een groot podiumkunstenliefhebber: muziek, ballet, opera, theater, het gaat er allemaal in als koek. Of als chocolade. Podiumkunsten zijn alleen prijzig om te bezoeken, dus ben ik op zoek naar eigen oplossingen. Ik heb een abonnement op de digitale Berliner Philharmoniker en de bioscoop vertoont zo nu en dan opera’s en balletten. De bios in Wageningen streamt opera’s en balletten van The Royal Opera House. Wat ik van The Royal Opera House gezien heb, vind ik over het algemeen wat oubollig. Wat ze doen is kwalitatief absoluut goed, het is alleen niet mijn smaak. Bovendien kiezen ze dan ook nog eens vooral het ijzeren repertoire om te streamen. Ik ga dus eigenlijk nooit naar deze voorstellingen.

Tussen de Notenkrakers en de Cinderella’s stond opeens een ballet naar de roman van de Mexicaanse Laura Esquivel: Like water for chocolate / Como agua para chocolate / Rode rozen en tortilla’s. Ik heb (ooit) erg genoten van de roman, houd van Zuidamerikaanse cultuur en ik sta te juichen als gezelschappen nieuwe producties maken. Alleen had ik van The Royal Opera House al een keer hun productie Alice in Wonderland online gezien en dat was echt niets voor mij. Aangezien deze productie dezelfde creatives heeft (Choreografie: Christopher Wheeldon; Muziek: Joby Talbot; Toneelbeeld: Bob Crowly) bleef ik twijfelden. Tot ik op de fiets stapte om naar de bioscoop te gaan.

En wat vond ik er nou uiteindelijk van? Nou. Het ballet was eigenlijk precies wat ik ervan verwachte: een groot, klassiek, programmatisch ballet. En aan de basis lag een roman met een Verhaal, dat uitgebeeld moest worden. Met van die irritante pantomime-achtige uitbeeld-dingetjes. En passes de deux. Waar het voor mij uit de bocht vloog was een Petipa-achtige scène voor het corps de ballet, waar de jongens mogen laten zien hoe ze kunnen springen en dansen en de meisjes laten zien hoe mooi gelijk ze op volksdans geïnspireerde pasjes op hun spitzen kunnen uitvoeren. Hier wapperden ze met hun gekleurde rokken.

Het decor werd jubelend beschreven met projecties. Ik ben een 21e eeuwse filmganger, het decor was absoluut mooi, maar jubelen… Ach. Ik was wel aangenaam verrast door de muziek. Het hing niet van de Mexicaanse clichés aan elkaar, dus geen mariachi-achtige dingetjes, maar het geluidsbeeld deed me denken aan bijvoorbeeld de muziek van Zuidamerikaanse componisten als José Pablo Moncayo, Silvestre Revueltas en Alberto Ginastera. Lekker ritmisch, breed en laag gecomponeerd.

Kortom, was het een succes? Op zich wel, echt een ballet dat past in de rij met grote klassieke balletten. Alleen niet voor mij.