Ik zag de film The Son in de bioscoop. Ergens in de film zegt de psychiater ‘Soms is liefde niet genoeg’ en die ongemakkelijke waarheid is de basis van deze film.
De eerste helft van de film is bijzonder ongemakkelijk. De puberzoon (Zen McGrath) van gescheiden ouders loopt vast. Hij woont bij zijn moeder (Laura Dern) en als zij hoort dat haar zoon al een maand niet naar school geweest is, is ze de wanhoop nabij. Haar ex-man (Hugh Jackman), die inmiddels met de tweede leg bezig is, belooft met de jongen te praten. Met een combinatie van vriend zijn en vaderlijke strengheid lijkt er een doorbraakje te zijn. De zoon geeft aan bij zijn vader te willen wonen en dat gebeurt. Moeder maakt er een drama van maar houdt zich groot. Dit was duidelijk niet wat de nieuwe vrouw (Vanessa Kirby) gepland had, maar ze is nou eenmaal met hem getrouwd.
Wat het ongemakkelijk maakt is om te beginnen de ongelooflijke eenzaamheid. De moeder is nog steeds alleen en het is duidelijk dat de scheiding (nog steeds) geen onderwerp van gesprek kan zijn. De vader maakt een glansrijke carrière in New York en vrouw twee zit alleen thuis met een huilbaby en een puber in de kreukels. De puber is ook eenzaam en heeft niet alleen duidelijk nog problemen met/door de scheiding, maar hij is vooral ook erg puber.
De communicatie tussen de hoofdpersonen is dramatisch. Ze hebben totaal geen idee hoe ze zich tot elkaar moeten verhouden en lijken vast te zitten in het ideaalbeeld van hun leven. Ongemakkelijke momenten worden wel geduid, maar er wordt niet echt gepraat echt niet geluisterd. Zodra een gesprek een emotie lijkt te benaderen, wordt dat vakkundig weg gepraat. Bovendien wordt er bij elk probleem voor een oplossing gekozen, die eigenlijk geen oplossingen. Iedereen zit zo vast in zijn rol dat het ook de vraag is hoe deze mensen ooit bij elkaar kunnen komen.
Bij de pauze kom je tot de conclusie dat de film op twee manieren kan eindigen: volkomen qudt of “goed”, wat eigenlijk nog rotter is, omdat je weet dat dat totaal niet realistisch is. Ik had dus eigenlijk zin om naar huis te gaan in de pauze.
Ik ben blij dat ik ben blijven zitten, want de spanning hoe het eindigt wordt goed opgebouwd. Bovendien wordt er ook aandacht besteed aan het afhechten van het einde. Ik merk dat ik dat steeds lastiger vind bij films: een open einde is cinematisch verantwoord en ook logisch, want weinig verhalen zijn ooit afgesloten. Het lijkt alleen ook te vaak een trucje omdat een echt einde te ingewikkeld is. Ook hier is het einde weinig bevredigend en eigenlijk misschien meer een noodgreep.
Het belangrijkste aan deze film is eigenlijk dat je je realiseert dat we allemaal maar wat aanmodderen. Meestal met de beste bedoelingen, maar we kunnen zelden de gevolgen van onze acties echt overzien. En dan zijn dooddoeners als “Liefde overwint alles” een fijn kompas om op te varen, maar ook dat leidt tot acties met gevolgen.
Dit is een film die gemaakt moest worden, dat is duidelijk. Ik weet niet of het een persoonlijke verwerking van Florian Zeller is, maar dat doet er niet toe. Ik denk dat iedereen die deze film kijkt terug moet kijken naar de onbeholpenheid van zijn eigen leven. Je eigen patronen herkennen, jezelf je eigen blunders en blinde vlekken vergeven, je afvragen wat écht belangrijk is en kijken hoe je je in het hier en nu verhoudt tot je naasten. Daar gaat het om.
Geen aanrader als je naar een leuke film wilt.