In de film Tár (script/regie: Todd Field) speelt Cate Blanchet de dirigente Lydia Tár, de eerste vrouwelijke chefdirigente van de Berliner Philharmoniker. Tár is een onaangename persoon, die er niet voor terugdeinst een meisje dat haar dochter pest te bedreigen. Blanchet zet een vrouw neer, die professioneel wordt gewaardeerd, maar als persoon over lijken gaat. Ze raakt verstrikt in een metoo-affaire als een jonge protegée zelfmoord pleegt.

In de pauze vroeg mijn gezelschap hoe ik de film vond. Ik wist niet zo goed wat ik moest antwoorden, want ik had al een afkeer van Lydia Tár en ik zat me dus totaal niet te vermaken. Dus wat dat betreft heeft Blanchet goed werk afgeleverd. Dit heeft de film ook op nogal wat kritiek komen te staan: hoe een lesbische vrouw neer wordt gezet, hoe een carrièrevrouw wordt neergezet, hoe een moeder die werkt wordt neergezet. De voorbeelden zijn legio. Maar volgens mij gaan ze allemaal voorbij aan waar de film eigenlijk om gaat.

In Tár is alles omgekeerd. De film begint met de aftiteling en eindigt met de openingstitels. Halverwege de film wordt dit benadrukt, als Tár op de kamer van haar assistente een kopie van haar manuscript ziet liggen, met daarop de naam Tár doorgestreept en vervangen door Rat.

Lydia Tár met haar vrouw , een prachtige, rol van Nina Hoss

Wat gebeurt er als je de film andersom bekijkt? Het knappe is dat door voor een vrouw te kiezen als hoofdpersoon, de #metoo-discussie heel anders wordt, want je kunt niet je gebruikelijke stelling betrekken. Voor mij nodigt Tár dus vooral uit om mijn eigen vooroordelen onder de loupe te nemen. Als ik me ongemakkelijk voel bij hoe Tár met haar dochter om gaat, zou dat anders zijn als het om een zoon zou gaan? Of zou dat anders zijn als Tár een man zou zijn? Of heterosexueel? En zo kan je bij veel van de scènes in de film je mening langs deze meetlat leggen.

Zo vond ik de “straf” voor Tár absurd. Haar carrière komt op een zijspoor en zo extreem dat ze in de laatste scènes een Aziatisch onbekend orkest dirigeert in een concert met in de zaal allemaal als superheld verkleedde mensen. Zou ik dit voor een man ook een absurde “straf” vinden? Ik kwam er niet uit, maar ik realiseerde me wel, dat mijn reactie “absurd” vooral ingegeven was doordat mannen die iets dergelijks mee maken, minder op een zijspoor komen. Zo raakte Gatti zijn chefdirigentschap bij het Concertgebouworkest kwijt door een metoo-affaire. Na onderzoeken van andere orkesten, zagen deze geen reden om bestaande contracten open te breken. Gatti is nu chef bij  Teatro dell’Opera di Roma en vanaf 2024 is hij chef bij de Staatskapelle Dresden. Zou ik het voor hem wel een redelijke “straf” gevonden hebben?

Als je op deze manier naar de film kijkt, dan gaat de film helemaal niet meer over een vrouwelijke dirigente, maar over hoe je als individu en hoe wij als maatschappij naar gender, sexualiteit en gedrag kijken. Dit thema wordt letterlijk maar heel kort aangestipt. Als Lydia Tár een masterclass op Juilliard geeft wil één van de studenten geen Bach dirigeren omdat hij zich niet kan identificeren met een blanke cis-man die twintig kinderen op de wereld heeft gezet. Deze scène is voor mij cruciaal omdat hij aangeeft in wat voor uitersten we communiceren. En dat is wat je met steeds naar het omgekeerde kijken (man vs vrouw, hetero vs homo, jong vs oud) ook doet. Ik denk wel dat je je bewust moet zijn van je uitersten, om genuanceerder met het hele spectrum ertussen om kunnen gaan. De betreffende student, een jonge man, claimt zich wel te kunnen identificeren met een hedendaagse, lesbische, IJslandse componiste.

De masterclass

Voor een film die niet over een dirigente en niet over muziek gaat, zit de film muzikaal wel verrekte goed in elkaar. Geen extra’s die voor het eerst een instrument in handen geduwd krijgen, discussies die alleen te volgen zijn als je echt wat van muziek weet en correcte name dropping. Is het een correcte weergave van de muziekwereld? Geen idee, ik ben geen dirigent en zit al helemaal niet in de muziekwereld op Lydia Társ niveau. Ik weet wel genoeg van muziek om te weten dat er geen onzin verkocht wordt, en dat is belangrijk om te voorkomen dat de kritieken dáár over gaan en niet waar de film echt over gaat.

Dat laatste gebeurt overigens nu nog nauwelijks, in de recensies vindt ik weinig terug over dat omgekeerde aspect. Dan vinden ze het eerder “verfrissend” dat de dader nu eens een vrouw is. Of juist afstotelijk, omdat het in de praktijk zelden vrouwen zijn. Jammer. Overigens was ik zelf ook erg teleurgesteld. Ik zag Cate Blanchett bij Graham Norton en daar vertelde ze hoe geweldig het was om op de bok te staan bij Mahler 5. Daar zat ik me dus heel erg op te verheugen, maar helaas zat er niet veel Mahler 5 in de film. Om het cirkeltje dan toch rond te maken: ik zag Gatti de vijfde van Mahler dirigeren bij het Concertgebouworkest. Geweldig. De muziek kreeg er een soort Mario Puzzo zweem door.

Meer lezen: