Vorige week zag ik de documentaire Rafael Revealed in de bioscoop. Anders dan Pissarro was dit wel een kunstdocumentaire waar ik blij van werd. Eigenlijk het allerleukste was dat het gewoon een lekkere documentaire was. Geen gedoe, maar gewoon: vertellen over Rafaels leven met mooie plaatjes erbij.
Ergens aan het begin van de documentaire vertellen ze dat ze chronologisch door zijn leven zullen gaan. Of juist omgekeerd chronologisch, ik weet het niet meer. Het doet er ook eigenlijk niet toe, want het lukt ze niet. Ze springen in de tijd van voor naar achter en van achter naar voor. Wat het briljante is, is dat het juist daardoor blijft hangen. Want zo werkt het echte leven ook. Het is niet lineair en je weet niet altijd wat voor en achter is.
Ik ben te veel 20ste eeuwer om weg te lopen met de schilderijen van Raphael. Bovendien zijn ze zo misbruikt, dat het gevoel van kitsch toch altijd om de hoek komt kijken. Dankzij deze film ben ik wel anders naar Raphael gaan kijken. Ik snap nu wat zijn kunst bijzonder maakt en waar hij staat in zijn tijd, in Italië en tussen zijn tijdgenoten. Daardoor kan ik hem meer waarderen. En het is misschien een beetje flauw, maar wat is het heerlijk om in de bioscoop rustig naar kunst te kunnen kijken, je te laten meenemen, in te zoomen en uit te zoomen, zonder dat er mensen voor je gaan staan…