De film The blue caftan (regie en scenario Maryam Touzani) begint met handen die aan een blauwe stof voelen, strelen, trekken. Het is het begin van een zintuigelijke reis binnen de beslotenheid van de Medina in Salé, het naaiatelier, hamam en het appartement van Halim (Saleh Bakri) en Mina (Lubna Azabal). Het is dat je via de film (over het algemeen). Zien en horen gaan via een film prima. Proeven, ruiken en voelen zijn helaas minder direct, maar desalniettemin volop aanwezig in de film. Soms wordt een zintuig heel expliciet aangezet, zoals bijvoorbeeld het geluid van het pellen van een mandarijntje, terwijl eigenlijk de hele film het achtergrondgeluid van de Medina aanwezig is. Maar ook het voelen van elkaars aanwezigheid en het aanvoelen van wat niet gezegd wordt.

Halim bekijkt de stof voor de blauwe kaftan.

De blauwe stof van het begin van de film, wordt tijdens de film tot een kaftan genaaid. We krijgen tijdens de film het hele proces mee: het gesprek van Mina met de klant, waarin ze een lans breekt voor handgemaakt, hoe Halim zijn leerling Yousouf (Ayoub Missioui) uitlegt hoe de kaftan in elkaar zit en hoe Youssouf de gouden draden voor het borduurwerk voorbereidt. De kaftan is klaar aan het einde van de film en dan is, uiteraard, ook de hele situatie veranderd.

Hoewel de film zo nu en dan tegen de te zoetsappige clichés aanhangt (spijt betuigen, vergeven, liefde aanmoedigen), gebeurt alles zo klein en met zo weinig woorden, dat het nergens storend wordt. Alleen als je later het verhaal vertelt, krijg je zo nu en dan wel het gevoel dat het allemaal wel erg ‘klopt’. Het is niet helemaal fair om deze film daar zo op af te rekenen. Er worden op diezelfde kleine, intieme manier wel grote thema’s aangesneden, helemaal voor Marokko, waar homoseksualiteit strafbaar is. En dat is ook weer het mooie van de film: dit komt op een zo vanzelfsprekende manier voor in de film dat het niet een nadrukkelijk GROOT THEMA wordt, terwijl het dat in die context waarschijnlijk wel is.

Youssouf, Mina en Halim samen aan tafel.

Uiteindelijk is het ‘gewoon’ een film over mensen die van elkaar houden, maar daar niet (altijd) uitdrukking aan kunnen geven. Over het delen van de mooie en de minder mooie momenten, over eenzaamheid samen en alleen en over elkaar steunen. Kortom, het leven. Maar dan wel op een heel erg mooie, sensitieve manier.