Mijn literatuurlijst Engels op de middelbare school was wat problematisch. Ik had uiteindelijk een acht voor Engels op mijn eindlijst, maar literatuur wilde niet zo vlotten. Ik had meer met theater en mede dankzij Shakespeare en Pinter, stond die acht er in de zomer. Uiteindelijk heb ik wel alle boeken op mijn lijst in het Engels gelezen, een groot deel pas nadat ik het papiertje binnen had, maar toch. En dat allemaal dankzij het tussenjaar Spaans leren in Spanje.

Engels in Sevilla

Eigenlijk was het een soort “Ik vertrek” avant la letre: ik had de introductiecursus Spaans van de Volksuniversiteit op zak (ik kon dus mijn naam zeggen, maar een taxi naar de juiste plek sturen was te ingewikkeld) en ik vertrok voor een jaar naar een land waar ik nog nooit geweest was. Eén van de kleine genoegens (naast een eens-per-paar-wekelijkse Volkskrant van een kiosk aan de andere kant van de stad) die ik mezelf gunde was een lidmaatschap van het Instito Británico de Sevilla, niet voor de cursussen, maar voor la biblioteca. Geen idee hoe ik daar achter gekomen ben, het was 1989, de Berlijnse muur stond nog en Google bestond nog niet, maar ik werd lid van de bibliotheek. Het lukte de op en top Britse bibliothecaresse wat mijn docenten Engels niet gelukt was: ze maakte me wegwijs in de Engelstalige literatuur. Eén van de eerste boeken die ik las, was van een mij onbekende Canadese schrijfster, Margaret Atwood. Toen was ik al onder de indruk van The Handmaid’s Tale en leek het me een toekomstbeeld dat realistischer mogelijk was dan de Utopische science fiction waar ik niks aan vond.

Typisch Sevillaans doorkijkje via een patio naar een volgende patio. Onder de boogdoorgangen hangen oude lampen, aan het einde scheidt een sierlijk smeedijzeren hek de eerste patio van de tweede. Op de muur links voor hangt een oud geel bordje met een rode lijst. Instituto Britanica staat en in eenvoudige, strakke schreefloze letters. De s en de u zijn vaag geworden.

Phibs in History

Een ander schot in de roos dat ze me aanraadde was een boek van Josephine Tey: The Daughter of Time. In dit boek komt een detective in het ziekenhuis te liggen en hij verveeld zich. Hij raakt gefascineerd door het portret van Richard III en hij kan de man op het portret niet linken aan het verhaal dat over hem verteld wordt. Als een cold case zoekt hij uit wat er écht gebeurd is. Hoewel het een simpele, lekker weg lezende detective was, raakte het wel mijn geschiedenissnaar. Zo werd mijn interesse in de spindoctors van de geschiedenis gewekt. Ik heb jaaaaaaaren daarna de serie British History’s Biggest Fibs With Lucy Worsley dan ook verslonden (over The Wars of the Roses, The Glorious Revolution, met onze eigen Willem III, en The Jewel in the Crown).

The Lost King

Toen ik zag dat er in de bioscoop een film over Richard III kwam, twijfelde ik dan ook niet. Helemaal toen bleek dat de film gemaakt was door Stephen Frears, bekend van Philomena, een niet zo vrolijke film, waar je toch met een goed gevoel weg gaat. Het verhaal van The Lost King is gezien al het bovenstaande niet heel spannend. Vrouw van middelbare leeftijd raakt geïntrigeerd door het verhaal van Richard III en gaat op zoek naar zijn graf. Het verhaal van Richard op de parkeerplaats was mij ook al bekend. De lol voor de film was wat mij betreft dus vooral hoe het verhaal hieromheen verteld werd.

In de film komt Philippa Langley (Sally Hawkins) op haar werk op een zijspoor te staan. Ze gaat met haar zoon naar een voorstelling van Shakespeares Richard III en raakt gefascineerd door de hoofdpersoon. Ze koopt alle boeken over hem in een tweedehands boekwinkel en sluit zich aan bij de Richard III Society. Als ze erachter komt dat niet bekend is waar Richard begraven is, gaat ze op zoek. Uiteindelijk wordt het graf dankzij haar onderzoek gevonden, maar wordt ze zelf hierbij als amateurhistorica buitenspel gezet.

Nils Holgerssons hamster

De film is heerlijk op een druilerige maandagmiddag. Hij is vermakelijk, maar mist de echte emoties, die Philomena bijvoorbeeld wel had. De leden van de Richard III Society zijn allemaal nogal raar (bleek later niet ver van de waarheid te zijn) en als Philippa de eerste keer op de parkeerplaats staat valt haar gelijk de R op. Allemaal een beetje flauw en over de top.

Toen de tekenfilmserie van Nils Holgersson uit kwam, was ik al tien en ik kende het boek. De serie deed mij helemaal niks. En die hamster waarmee Nils de hele tijd koeterwaalt vond (en vind) ik maar stom. Ik snap de dramatische functie van het beest (die toneelstukken stonden niet voor niets op mijn lijst), maar als pre- en postpuber blijf ik het stom vinden. In de film heeft Philippa haar eigen hamster: Richard III duikt overal op. Dus we konden heel fijn haar gedachten en haar zielenroerselen volgen. Voor mij bleef het alleen toch een hamster. Uiteindelijk bleek het niet genoeg te zijn om de hele film stom te vinden, daarvoor is de film een te goede feel good film.

Rechts zien we Richard III te paard: een man in een harnas met daarover een rood blauw hesje met fleur de lis en Engelse leeuwen. Zijn schimmel draagt een zelfde soort "hesje". Achter Richard staan meer ridders te paard. Voor Richard staat Philippa Langley: een kleine magere vrouw met donker haar in een bloempotkapsel. Ze draagt een blauwe regenjas.