The Zone of Interest (regie Jonathan Glazer) is een indrukwekkende film over een hele saaie familie. Vader (Christian Friedel) heeft het gemaakt, moeder (Sandra Hüller) heeft van het huis een echt thuis gemaakt en vooral ook een uitgebreide tuin met zwembad en moestuin. Ze hebben een hele set kinderen en meisjes in de huishouding en mannen in de tuin. Gezien haar eenvoudige komaf heeft ze het goed voor elkaar en daar is ze trots op. Er zit verder helemaal niets in die mensen: ze hebben geen humor, geen inhoud. Gewoon. Niets.
De belangrijkste dramatische ontwikkelingen in de film zijn het logeerpartijtje van oma, die onverwacht vertrekt. Daarnaast is er de overplaatsing van vader, waardoor het gezin zou moeten verhuizen. Moeder verzet zich hier met hand en tand tegen.
Wat de film interessant, heftig en relevant maakt, is dat het gaat over Rudolf en Hedwig Höss. Rudolf was in de tweede wereldoorlog kampcommandant van Auschwitz. Bij zijn baan hoorde een dienstwoning die tegen de muur van het kamp aan lag. Overal in de film is het kamp aanwezig: je hoort continue gehuil, geschreeuw, hondengeblaf en schoten, bij bijna elk shot zie je op de achtergrond ofwel de de gebouwen of de muren van het kamp of de schoorstenen en de rook uit de crematoria.
Er zijn een paar plekken waarbij het wonen en werken in de schaduw van Auschwitz expliciet wordt. De bontjas die Hedwig van haar man krijgt, waar nog een lipstick in de zak zit, is maar een luchtige verwijzing. Als de moeder van Hedwig memoreert dat haar voormalige Joodse werkgeefster misschien in het kamp zit, is de reactie zo neutraal dat het lijkt of het om een toevallige ontmoeting met een vluchtige bekende op de markt gaat. Het zelfde geldt voor het fantasietje dat Rudolf met Hedwig deelt als hij in Berlijn op een bal geweest is: hij vroeg zich af hoe lang het zou duren voor hij een hele balzaal vergast zou hebben.
Spoiler alert: specifieke scenes
Maar twee keer is er sprake van emotie over HET onderwerp. Hedwig is verbolgen als haar moeder onverwacht vertrokken is. Ze reageert dit af op de Poolse meisjes die in de huishouding werken en haar woede richt zich meer op dat haar moeder haar in de steek laat dan dat er enige zelfreflectie is of dat ze een link legt met haar situatie.
Als Rudolf met kinderen in de rivier vaart en zwemt, vindt hij een deel van een kaak. Hij realiseert zich dat dit een restant uit de crematoria is en hij haalt zijn kinderen in paniek uit het water. Ook hier gaat de paniek vooral gaat over hygiëne van zijn kinderen, dan over de menselijke resten.
De film is van begin tot eind beklemmend en onaangenaam. In een interview geeft Sandra Hüller aan dat ze geen tijd en energie gestopt heeft in het leren kennen van de echte Hedwig Höss, omdat ze dat die vrouw niet waard vindt. Hüller is een bijzondere actrice. Helaas heb ik Anatomy of a fall nog niet gezien, maar ik zag haar wel in Sisi und ich. Ze is heel herkenbaar qua uiterlijk en qua beweging, maar toch zie je in de film niet de actrice maar het personage.
De film is een goede historische film, dat sowieso, maar het is ook een waarschuwing voor onze tijd: wat maakt een fascistisch systeem succesvol? Hoe ver ga je voor je eigen geluk over de ruggen van anderen? Dit is heel makkelijk te projecteren op “de anderen” die bijvoorbeeld “centrum rechts” gestemd hebben.
Het is alleen te makkelijk Rudolf en Hedwig te beschuldigen van gebrek aan empathie en zelfreflectie en daar vervolgens zelf ook niets mee te doen. Wat doe ik uit eigen belang wat ten koste gaat van anderen? Als westerse consumenten moeten we die vraag blijven stellen. Niet omdat je aan alles iets moet doen of dat je een perfect leven moet leiden. We blijven allemaal mensen met onze zwaktes. En dat is prima. Maar wees je daar in ieder geval zo nu en dan bewust van en voel je er ongemakkelijk bij. Dan ben je al een stuk verder dan Rudolf en Hedwig.